zaterdag 20 april 2013

Beroepsgeheim

Ik ben een fan van De Standaard der Letteren, het literaire krantje dat wekelijks bij De Standaard zit.  Een paar maanden geleden kreeg de bijlage een nieuwe lay-out. Aangezien ik graag heb dat goede dingen, goed blijven, heb ik een hekel aan verandering.

Tegenwoordig: update = meer apparaten (zoals computers, iPads, iPhones, iWeetikveelwat met mogelijkheid tot lezen van zwart-witte vierkantjes in musea, weekbladen, etc). 

Ik vreesde voor de zaak: stel je voor, straks moest ik mijn SdL lezen op een iPad *huivert*

Mijn angst bleek onterecht. De recensies, interviews en nieuwtjes werden op een aantrekkelijke manier gepresenteerd zonder aan diepgang in te boeten. Van de meeste besproken boeken wordt de eerste zin afgedrukt. En geef toe, hoe veel meer leest een mens als hij een impulsaankoop doet? Luuk Gruwez gaf  al het voorbeeld met zijn poëziebesprekingen. Naast zijn recensie stond (en staat) een volledig gedicht uit de besproken bundel. Dankzij hem werd ik na het lezen van Oerknal meteen fan van Lieke Marsman. Niet veel later kocht ik haar debuut Wat ik mijzelf graag voorhoud.

Bon. Ik dwaal af.

Op de laatste bladzijde van de nieuwe SdL staat een nieuwe rubriek: beroepsgeheim. Hierin vertelt een schrijver over iets (een mens, dier, plant, schilderij, kamer, plaats, etc) dat onlosmakelijk verbonden is met zijn schrijverschap. Kwamen reeds aan bod: de notaboekjes van Koen Peeters, de oordoppen van Miranda July en het hondje van Saskia De Coster

Huisdieren blijken populair. Jennifer Egan, bekend van Bezoek van de knokploeg, schrijft over de gunstige invloed van haar drie huiskatten (Gordon, Emerald en Cuddles):

Ze zitten dan op het voetbankje of kruipen op mijn schoot, als een warm motortje dat me mee gaande houdt zonder dat ik veel moet doen om dat te verdienen. Het zijn een soort geesten: ze zijn er, maar eigenlijk ook niet. (...) Ze delen de ruimte met mij, op een heel milde manier. (...) In die zin is een kat de perfecte gezel voor een schrijver.

Als je zoiets leest, dan denk je: een groot schrijver heeft een kat nodig. Nee? Hier in huis loopt er ook één rond. Zij leert zich perfectioneren in twee dingen: slapen en miauwen (VEEL miauwen). Schrijven lukt prima als ze met haar poten in de lucht ligt te ronken, maar eens ze wakker is en aan haar concert begint, daalt mijn productiviteit. Dan vraag ik mij af wiens idee het was om een kat in huis te halen (het mijne). Maar, het is een schatje. Zelfs al krijg ik een punthoofd van haar gemiauw, dan nog wil ik haar doodknuffelen.

De invloed van huisdieren op mijn schrijverij is een wisselend succes. Al kan ik mij moeilijk inbeelden dat Egan nooit naar de dierenarts moet, kots en plas opkuist of het kattenluik instelt op ze-kunnen-wel-naar-buiten-maar-niet-meer-terug-binnen. Volgende passage uit Egans beroepsgeheim is dan weer herkenbaar:

Soms dommelen we samen in. Belachelijk – ik weet het. In het begin dacht ik: mijn god, als mijn boek mij zelfs al niet meer wakker kan houden… Maar nu heb ik er vrede mee. Ik schrijf heel onbewust; het heeft zelfs iets van een droom. Daarom overtuig ik mezelf ervan dat het niet zo verwonderlijk is dat ik af en toe in slaap val, en dat het zelfs een vorm van werken is.

Ik focus mij op een woord, zin of alinea en terwijl ik dat doe, schuiven mijn oogleden naar beneden. Dat duurt een paar seconden en dan schrik ik wakker. Onze kat staart mij dan aan met een blik die zegt: ik heb je wel zien slapen, jij lamzak. 

Aaaah, wegdromen. Als er iets is waar ik goed in ben! Ik mag nog zo geconcentreerd bezig zijn, het kan mij altijd overvallen. Favoriete wegdroommomenten zijn: op de trein (al starend naar het landschap), tijdens het koken van een eenpansgerecht (niet te moeilijk en vaak met bouillon of kokosmelk, kans op aanbranden is gering) of terwijl ik mijn tanden poets (dan valt de tandenborstel stil en zie ik visioenen in de badkamerspiegel).

Naar aanleiding van Egans artikel vroeg ik mij af wat mijn schrijfritueel is. Ik kon niet meteen iets vinden. Soms is de kat in de kamer, maar soms ook niet. Soms begin ik vroeg, soms wat later. Ik heb geen knuffelbeer naast mijn computerscherm staan, geen gelukspen of favoriet paar schrijfsokken. Mijn ritueel is eerder een verzameling van handelingen. Ik noem het: het dagelijkse leven. Tijdens gewone, gemiddelde (saai, voorspelbare?) weken heb ik een vast schrijfritme. Ik weet op voorhand waar en wanneer ik zal schrijven (tenzij ik te moe ben, blijf hangen op het internet of in boekjes begin te bladeren). Tijdens vakantieweken draait mijn schrijfritme in de soep. Ik ben gestopt met mij voor te nemen om dan veel te schrijven. Hoe harder ik dat zeg, des te minder het gebeurt. Dus, laat mijn leven niet spannend zijn? Egan zou hierop waarschijnlijk positief antwoorden:

Ik ben al met dezelfde man sinds 1986, mijn kinderen spelen baseball en we wonen al in dit huis sinds hun geboorte. Maar net dat werkt verdomd goed. Het is heel lastig om een tumultueus, avontuurlijk leven te leiden en ook nog te werken. Precies dat huiselijke bestaan, met mijn drie katten, heeft me tot een soort stilte en rust gedwongen waarin ik heel veel geschreven krijg.

Een verademing vond ik haar beroepsgeheim. Ze staat niet lekker op de foto (waarmee ik niet heb gezegd dat ze lelijk is, integendeel) en schrijft geen roman in rokerige kroegen of trendy hotelkamers in New York (waar ze wordt gefotografeerd voor een of ander blad). Nee, ze schrijft met dommelende poezen op de vensterbank, wollige sloffen aan haar voeten (in mijn fantasie) en een kop vruchtenthee (in mijn fantasie). 

Uiteindelijk draait het om een boek. Als de woorden werken, is de weg ernaartoe voor de lezer van geen belang.

Het hele artikel van Egan in SdL lees je hier.

1 opmerking:

  1. die visioenen in de badkamerspiegel... moet je iets mee doen. jij schreef trouwens ook een schaduwspoor over iemand die in een spiegel kijkt. ach, al die dichters die zich spiegelen en inwrijven met verjongingscreme...

    kreeg een toffe reactie op mijn blog van benedicte lobelle, over mijn gedicht bij haar spiegelbrandkastje... surfte op de site van boijnans, zij hebben een werk van yayoi kusama aangekocht.

    met spiegeleffecten.

    zoen

    yasmin


    BeantwoordenVerwijderen