zondag 1 november 2015

In plaats van een roman (een boom)


Een geval van seizoensloosheid

Tot voor kort werkte ik op een kantoor met uitzicht op een park. Ik zat op de derde verdieping, waardoor ik me afhankelijk van het seizoen van negen tot vijf omringd wist door kruinen of takken. Wat zich op de paden of in het struikgewas afspeelde, ging me grotendeels voorbij. Ik hoefde maar door het raam te kijken om te weten welk seizoen zich in de bomen ontvouwde of terugtrok - van de frêle, lichtgroene plukjes van de lente tot de kale takken van de winter.

Mijn huidige werkplek, opnieuw met een groot raam, maar wel op een gelijkvloerse verdieping, zet die lijn enigszins verder: als alles goed gaat kijk ik binnenkort uit op een ommuurde tuin. Dezer dagen houden twee mannen zich bezig met de aanleg van een kronkelig pad. De plekken waar ooit bloemen, struiken en bomen zullen groeien lijken voorlopig op de zandkuilen van een golfbaan. In dit bureau, waar een uitgekiend verwarmingssysteem de temperatuur regelt, zal het de tuin zijn die me laat weten of het zomer of winter is. Een blauwe lucht en een zon kunnen zich in elk seizoen laten zien, bloemen of fruit daarentegen bloeien of zwellen enkel tijdens een specifieke periode.

De uit-knop

Bij gebrek aan een uitzicht vanaf mijn bureau op het groen, heb ik gemiddeld een achttal uren per dag de indruk in een seizoensloze wereld te leven. Ik zie enkel een pad en wat zand. Is het zomer of winter? Het uitzicht blijft het antwoord schuldig. Nu sta ik niet afkerig tegenover enige chaos in mijn leven, vooral niet als ik daarmee ook aan de chaos van de zomer kan ontsnappen. Het seizoen slaagt er elk jaar opnieuw in mijn leven overhoop te halen.

De maanden juli en augustus zetten mijn lichaam en geest op pauze, alsof de zomer ergens achter aan mijn hoofd een schakelaar op de uit-stand zet. Het seizoen dwingt me om me over te geven aan het observeren en registreren van mijn omgeving. Toch wil er zich altijd iets diep in mij tegen die gedwongen lethargie verzetten. Aan de slag gaan met mijn observaties en registraties lukt echter nooit. Elk initiatief wordt door rosé en gegrild vlees gesmoord.

Aan het einde van de zomer druip ik van de indrukken. Daarnaast ben ik doodop omdat ik door de hitte 's nachts de slaap moeilijk vat. Begin september ben ik fysiek leeg, maar mentaal overvol.

Het ravijn

De maand september laat zich het best vergelijken met een wandeling op een smal paadje. De zomer gaapt als een aanlokkelijke diepte aan de ene kant, de herfst als een schrikbarend hoge berg aan de andere. Ik dwing mezelf het paadje te volgen dat tot aan de top van de berg leidt. Al wandelend neem ik afstand van de diepte, de zomer; ik nader de top, de herfst. Ik baan me een weg van ontspanning naar inspanning. De eerste stap doet me altijd huiveren. Een huivering die reeds in de eerste zomerdag verborgen zit. In de lethargie - een leegte, een niet-zijn - schuilt het begin van iets nieuw. Ik weet dan al dat het moment van de klim, van de inspanning er ook weer staat aan te komen.
De zomer is het seizoen van zwellende vruchten en ideeën. Het aanbod is overweldigend, de vraatzucht immens. Gelukkig blijft zoiets niet duren. Zelfs aardbeien, frambozen, kersen, abrikozen en perziken gaan op de duur vervelen. Toch zijn veel mensen een andere mening toegedaan. Zij dromen van een onophoudelijke zomer. Zij leggen de herfst of winter naast zich neer en zoeken elders met een vliegtuig naar een zon. De meerderheid keert na een of twee weken terug naar huis. De kans dat het in eigen land killer is dan voor hun vertrek is reëel. De rouw om de zomer wordt in het beste geval uitgesteld, maar slaat bij hun terugkeer eens zo hard toe.

Darian Leader, een Britse psychoanalyticus, publiceerde in 2011 Het nieuwe zwart, een boek over rouw, depressie en melancholie. Hij pleit voor het doorleven van ongeluk en is tegen het hedendaagse ongebreidelde streven naar geluk. Zwaarmoedigheid en rouw vervullen volgens hem een functie in een mensenleven. Wie zich daarvan afkeert, zet de deur naar een depressie op een kier. Onze geest verzet zich van nature tegen pijnlijke ervaringen. Desalniettemin vindt Leader het zinvol om met die ervaringen contact te maken. Pas wanneer je een verlies analyseert, kun je er ook afstand van nemen. Je moet jezelf opnieuw in en onder invloed van een gewijzigde context leren definiëren.

Een beminnelijke herfst

De herfst wordt traditioneel met verlies, depressie en dood geassocieerd: de bomen stoten hun bladerdek af, dokters stellen meer depressieve klachten vast en het sterftecijfer stijgt. Een seizoensgebonden depressie wordt aan het verminderd aantal uren daglicht toegewezen, niet aan de herfst an sich. Het aantal sterfgevallen stijgt niet alleen tijdens koudere perioden, maar ook tijdens hittegolven. De dood behoort dus zowel de herfst als de zomer toe.

Een zon kan zinderen, maar een ruisende kruin van okerkleurige, baksteenrode of bruine bladeren kan dat evenzeer. Het hoeft alleen maar wat te gaan waaien. Ook in de herfst groeien groenten en fruit aan stengels, takken, struiken of onder de grond. Ik ben dol op een doodgewone herfstdag met regen, wind en vallende bladeren. Staat elk blad - verdord, verkleurd of afgevallen - symbool voor een zomers idee dat eindelijk klaar is om te worden opgeraapt? Of kan ik een idee beter met een boom vergelijken? In de herfst gooit hij de zomerse balast van zich af. Wat overblijft is zijn essentie: een stam en takken.

Een onvermijdelijk seizoen

De dood dwingt je tot een nieuw begin. Het ding, dier, seizoen of de persoon die je identiteit deels mee vormgaf is verdwenen. Bij elke uitvaart wordt niet alleen de overledene, maar ook een stuk van jezelf begraven. Tegelijkertijd krijg je een uitnodiging om iets nieuw te maken, om jezelf opnieuw te maken. Kunst kan hierbij helpen of zalven.

Hanna Segal, een Britse psychoanalytica, omschrijft kunst als een reeks instrumenten om ons te helpen rouwen. Leader bouwt voort op haar redenering en zegt: 'In ons onbewuste gebruik van kunst moeten we uit onszelf treden om weer binnen te kunnen komen. (...) De ware sociale functie van kunst is misschien dat ze voorbeelden geeft van creëren.' Ginette Raimbault, een Franse psychoanalytica die tijdens haar leven uitvoering over rouw schreef, zegt: 'Wat niemand kan begrijpen van mijn verdriet, kan iemand zó uitdrukken dat ik mezelf kan herkennen in wat ik niet kan delen.'

Rouw ik een herfst, winter en lente lang om een voorbije zomer? Houd ik al schrijvende de zomer in leven? Overbrug ik de kloof tussen de ene en de andere zomer door de inspiratie die het seizoen me heeft gegeven aan te boren? Of doe ik net het omgekeerde en keer ik me van de zomer af door uit de veelheid aan indrukken een onverbiddelijke selectie te maken? Ik ga enkel met de interessantste observaties en registraties aan de slag, gebruik ze als grondstof voor verhalen en gedichten. In dat laatste wil ik graag geloven.

Lees ook:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten