maandag 18 mei 2015

In plaats van een roman (een schilderij)


Beste mijnheer Chagall,

Mag ik Marc zeggen? Ik zou me die vrijheid durven veroorloven. Op foto ziet u eruit als een toffe peer. Om uw nabestaanden niet te bruuskeren, houd ik het liever bij mijnheer Chagall. U was een groot schilder en verdient het om met respect te worden benaderd, nietwaar?

Kunst en conflict, een spannende combinatie. Het thema op het doek moet de vlammen uit het hoofd van de schilder, en later van de toeschouwer, doen slaan. Een interessant uitgangspunt is het halve werk. Maar wat met conflictloze kunst? Heeft die geen bestaansrecht? Toch wel, maar dan moet er iets anders zijn dat de aandacht vasthoudt. De liefde bijvoorbeeld. Een thema als een slappe koord. Dat had u, mijnheer Chagall, goed begrepen. U schilderde schoonheid, blijdschap en geluk, en liet zich daarbij nooit tot sentimentaliteit verleiden. Chapeau! Het grote publiek weet dat te appreciëren. Hoe verklaart u anders dat uw schilderij De wandeling de posters, toegangstickets, catalogi, postkaarten, notitieboekjes, kalenders en dienbladen van de Expo Chagall in Brussel siert?

Op De wandeling staat uw evenbeeld van verf met de voeten in het gras. Uw vrouw Bella wappert in de rechterbovenhoek van het doek. U bent de vlaggenstok, zij de vlag. Voor de gelegenheid hebben jullie de beste kleren uit de kast gehaald: u draagt een kostuum met een wit hemd, Bella een zwierige jurk. Wandelschoenen en een stafkaart zijn niet aan jullie besteed. Het gaat niet om een wandeling waar de kilometers tellen, maar om een verleidingsdans tussen twee jonge, verliefde mensen. Jullie nemen elkaar en de wereld waar met een verhoogde alertheid. Jullie breken alles en iedereen in felgekleurde rechthoeken, trapeziums en driehoeken. Het gras is groener dan groen, het picknickdeken roder dan rood. Uw kostuum is inktzwart, Bella's jurk stralend magenta. De heldere hemel zindert kubistisch. De vorm van uw puntige, witte kraag herhaalt zich in de daken van de huisjes op de achtergrond. Een trapezium-plooi in Bella's jurk keert terug in een lap gras. Jullie gaan op in elkaar en het landschap. Voorzichtig met die brede glimlach op uw gezicht. Straks scheuren uw mondhoeken!

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werden de kleuren in uw werk donkerder en de thema's zwaarder. De oorlogsjaren moeten voor u, een man van Joodse afkomst, een verschrikking zijn geweest. Ik ken Hitler enkel uit kranten, boeken, documentaires en films. Voor u was het nazisme en het antisemitisme een realiteit. Om uw leven en werk te redden vluchtte u naar Amerika. In 1944 zou Bella daar onverwacht overlijden. Op uw schilderijen uit die tijd tuimelen hanen, geiten en koeien over elkaar. Ik ben niet vies van een beestenboel, integendeel. Mijn poëzie is bij tijd en wijlen een ark van Noah. Wie ben ik om een ander zijn dieren te ontzeggen? Alleen gaat het er in uw dierentuin wel erg grimmig aan toe, vooral wanneer de opzichters van dienst bestaan uit vallende engelen, zwevende Christussen en vluchtende rabbijnen met Thora-rollen in de armen geklemd.

Het werd me allemaal een beetje te veel. Ik hoop dat ik u niet kwets, mijnheer Chagall, als ik zeg dat ik uit uw tentoonstelling wilde ontsnappen. Een kunstenaar hoeft me allerminst te behagen. Kunst mag me lastigvallen en irriteren. Hoe meer, hoe beter. Daarin bent u alvast geslaagd. Dertig jaar na uw dood beweegt uw oeuvre me tot het schrijven van deze brief. Een goed kunstwerk overstijgt de maker en de periode waarin het is gemaakt. In uw werk vind ik een beeld dat perfect weergeeft wat ik bedoel: de gevleugelde klok. Die klok, het is me wat. Ze heeft op haar houten rug uw werk naar 2015 meegevoerd. Uw schilderijen hangen nu in chronologische volgorde aan de muren van het Koninklijk Museum. Tegenwoordig moeten ze het opnemen tegen de schermen van televisies, computers, tablets en smartphones. De digitale revolutie heeft ervoor gezorgd dat een mens dagelijks door beelden wordt overspoeld. Het ene al schreeuweriger dan het andere. Kijk ik naar het journaal, dan ligt de miserie voor het rapen, van Nigeria tot Oekraïne en weer terug. Het is alsof ik naar uw schilderijen kijk, maar dan met andere hoofdrolspelers. Ik raak stilaan verzadigd van oorlog. Oorlog is hot news. Oorlog is sexy geworden. Mensen winnen prijzen met oogstrelende oorlogsfotografie. Bah, ik hoef het allemaal niet meer (op die manier) te zien. Uw schilderijen snijden dieper. Ze veranderen een slagveld niet in een feeërieke locatie voor een film of fotoshoot. Ze dringen zich in al hun hevigheid en gruwelijkheid aan me op. Desondanks, mijnheer Chagall, raak ik van die verzadiging niet af. Zelfs oprechte oorlogskunst is er dezer dagen te veel aan voor mij.

Ik heb goesting in schilderijen die ik als een warm deken om me heen kan leggen, zoals uw Interview met bloemen. U schilderde een witte kamer die baadt in het ochtendlicht. Op de tafel staat een grote vaas waarin iemand losjesweg groene takken met lange bladeren heeft geschikt. Elke tak eindigt in een trosje roze bloemen. Naast de vaas liggen enkele bladen papier. Afgaand op de titel leek het alsof de bloemen zich tot lippen zouden plooien om me een vraag te stellen. Ergens tussen de bladeren zou een tak een pen tevoorschijn toveren om mijn antwoorden te noteren. De vaas nam mij op, trok me in het doek. Ik was geen toeschouwer meer, maar maakte deel uit van het schilderij.

De kunst van het stilleven is onderschat, vindt u niet? Toch kan iedereen - leek of kenner - een goed van een slecht stilleven onderscheiden. Een goed stilleven beweegt, zelfs al staat alles op het doek doodstil. De afgebeelde objecten spreken tot me, of beter nog: ze helpen me woorden te vinden voor iets waar ik tot dan toe geen woorden voor vond. Ze weken me los van de realiteit en scheppen een ruimte voor reflectie. Een slecht stilleven is een verzameling rottende groenten, fruit, planten of fazanten. Ik moet hierbij denken aan wat Vita Sackville-West zei over de kunst van het schrijven van een tuincolumn:

It is very difficult to write about flowers. (...) Before I tried my hand at it myself, I had done nothing but rail against those who were trying to do the same thing. I found myself losing my temper frequently with the nauseating sentimental phraseology which seems to impose itself on all those otherwise sincere and honest gardeners who feel impelled to transmit their knowledge and experience  and emotions to other and more ignorant people. (...) It is very difficult indeed to write about flowers.

Uw werk zou haar goedkeuring wegdragen. De natuur behoeft weinig opsmuk, daar zorgt ze zelf wel voor. Een roos is een roos. Het woord laten vallen of de bloem schilderen volstaat om er één te doen bloeien in de verbeelding van een luisteraar of kijker. Uw Interview met bloemen is nergens sentimenteel. Ik zie vooral veel liefde voor schoonheid, blijdschap en geluk, net zoals in De wandeling. U voegde ook een fijn extraatje toe: humor. Wat een verademing! Ik voelde me waarlijk een beetje idioot toen ik tijdens de research voor deze brief zag dat ik de titel van het schilderij in het museum verkeerd had gelezen. De juiste titel is Interieur met bloemen. In vergelijking met mijn interview klinkt dat nogal platjes. Beste mijnheer Chagall, mag ik aandringen op een naamswijziging? We moeten het er bij gelegenheid eens over hebben. Dat moment dient zich ooit aan. Ik geloof erin. Ik kan een erg geduldig mens zijn als het moet.

Bien à vous, 

Ward

Lees ook:
Een brief
Een vaas
Een kopie

3 opmerkingen:

  1. Zo aangenaam lezen is je phowst. Ik krijg er zowaar binnenpretjes van! Ik lees je colums dolgraag, vooral omdat je af en toe in je commentaren alle gangbare tones and usual thoughts op zijn kop zet. Verfrissend en bedwelmend als een mojito! :-)

    Kss

    Yasse

    BeantwoordenVerwijderen