One Christmas was so much like another, in those years around the sea-town corner now and out of all sound except the distant speaking of the voices I sometimes hear a moment before sleep, that I can never remember whether is snowed for six days and six nights when I was twelve or whether it snowed for twelve days and twelve nights when I was six.
De nachtmerrie van Kerstmis
Als kind had ik last van terugkerende
nachtmerries. In één daarvan dook een kerstboom op. Ik doe mijn best die
nachtmerrie zo nauwkeurig mogelijk op te schrijven. Al wil ik daar meteen aan toevoegen dat zoiets bijna onmogelijk is. Als ik wakker word, staat een droom me vaak glashelder
voor de geest. Tegen de tijd dat ik een voet uit bed zet, herinner ik me bijna
niets meer.
Ik bevind me op de
benedenverdieping van een herenhuis met hoge plafonds en grote ramen. De
raampartijen geven uit op een tuin die bedolven is onder een dik pak sneeuw. Ik
zie of hoor niemand. Ik ben alleen, denk ik. Al weet ik dat niet zeker. Ik kan
mijn hoofd en ogen niet draaien of in een zelfgekozen richting stappen. Een
onzichtbare kracht houdt mijn lichaam in bedwang. Ik kan enkel recht voor me
uit kijken, stilstaan of rechtdoor lopen.
Uit de inrichting van ruimte
– banken, hoge kasten, een televisie, een lange tafel met stoelen – maak ik op
dat ik in een woonkamer sta. Ze lijkt niet op die van mijn ouders, maar ik weet
– vraag me niet hoe – dat dit de woonkamer is van de plek die ik thuis noem. In één van de hoeken staat
een grote kerstboom. Rond de
stam ligt een berg cadeaus in allerlei kleuren en vormen. Een grote doos met een rode strik trekt meteen mijn aandacht. Ik weet – opnieuw: vraag me niet hoe – dat die doos
voor mij is bestemd. Ik stap ernaartoe, in een rechte lijn,
tot ik aan de boom sta en het cadeau kan pakken.
Op dat moment val ik bijna
flauw van de spanning. Als kind vind ik kwantiteit oneindig veel belangrijker
dan kwaliteit. ‘Veel cadeautjes’ is beter dan ‘weinig cadeautjes’. Grote dozen zijn beter dan kleine. Ik zet de doos op mijn
schoot en trek aan één van de twee uiteinden van de strik. Het lint komt los en
glijdt van de verpakking. Ik leg mijn hand op de doos en maak een scheur in het papier.
De verpakking maakt een ritselend geluid en dan …
word ik wakker.
Het beeld van de doos staat
op mijn netvlies gebrand en in mijn oren hoor ik de echo van scheurend papier.
Sneeuw, nonkels, tantes en cadeaus
Gek werd ik van die
nachtmerrie, sta-pel-gek. Telkens als ik 's nachts terug in die woonkamer stond en die
kerstboom zag, wilde ik invloed op het verloop van de scène uitoefenen. Ik
probeerde dan mijn hoofd te bewegen, naar links of naar rechts te stappen of te
hollen om sneller bij de doos te zijn. Tevergeefs, de onzichtbare kracht hield
me met gemak in bedwang. De nachtmerrie eindigde altijd op dezelfde manier.
Ieder zijn kerstverhaal,
denk ik dan. Ik had je graag een happy end gegeven, maar het is niet anders. Ik
droomde nooit over kinderen die een sneeuwman maken, over nonkels die dronken worden,
over tantes die met onvaste stem een kerstlied zingen of – en dat valt me nog
het zwaarst – over mensen die cadeaus openen en de inhoud ervan trots in de
lucht houden zodat iedereen kan zien wat het is. Vind ik mezelf daarom
beklagenswaardig? Welnee, een kerstverhaal over sneeuw, nonkels, tantes en
cadeaus bestaat al, happy end inbegrepen. Het heet A Child’s Christmas in Wales en werd geschreven door Dylan Thomas,
de beroemde/beruchte dichter uit Wales.
A Child’s Christmas in Wales is een nostalgisch kerstverhaal,
verteld vanuit het standpunt van een jongen. Thomas baseert zich voor het
hoofdpersonage op zichzelf als kind en voor de setting op Swansea, de stad waar
hij opgroeide. In 1950 verschijnt het verhaal voor het eerst in Harper’s
Bazaar, een Amerikaans modemagazine. De publicatie is een amalgaam van twee
oudere teksten van Thomas: een hoorspel voor de radio en een essay over
Kerstmis. Op vraag van Caedmon Records neemt hij in 1952 het verhaal op om de
b-kant van een langspeelplaat te vullen. Voor de a-kant leest hij enkele van zijn
bekendste gedichten voor, waaronder Do not go
gentle into that good Night. De plaat groeit uit tot één van de grootste
verkoopsuccessen van het label. Thomas zet daarmee in Amerika het audioboek als
genre op de kaart.
Een verhaal voor onder de kerstboom
Dat A Child’s Christmas in Wales een succes werd, verbaast me
niks. Het bezit alle elementen die een kerstverhaal moet hebben: vrienden,
familie, eten, drinken, cadeaus en sneeuw … veel sneeuw. Die elementen bieden
op zich geen garantie op succes of kwaliteit. Denk maar aan de zeemzoete
rommel die Hollywood rond deze tijd van het jaar in de bioscoopzalen gooit. Een
geslaagd kerstverhaal onderscheidt zich meestal niet door de inhoud, maar wel
door de stijl van de schrijver. Voor A Child’s Christmas in Wales maakt Thomas
gretig gebruik van de trukendoos van de poëzie. Hij speelt met herhaling, klank
en ritme. Daardoor leest zijn verhaal als een sneeuwvlok die door de wind op en neer,
heen en weer wordt geblazen. Tot ze, aan het einde van de storm, opgaat in het wit van
de andere vlokken op de grond.
Lees A Child’s Christmas in Wales dus nu nu nu. Zeg niet: ik heb nu geen
tijd. Mijn uitgave telt 42 bladzijden. Op nog geen half uur tijd heb je het boekje uitgelezen. Het is ideaal leesvoer om je kater van kerstavond weg te lezen
of om de wachttijd tussen twee familiebezoeken te doden. Of beter nog: lees het
boek voor het slapengaan. Ga op je rug liggen en leg het opengeklapt op je
ogen. Wie weet, wat voor kerstdroom levert dat op?
Looking through my bedroom window, out into the moonlight and the unending smoke-coloured snow, I could see the lights in the windows of all the other houses on our hill and hear the music rising from them up the long, steadily falling night. I turned the gas down, I got into bed. I said some words to the close and holy darkness, and then I slept.
Meer lezen? Klik hier.
Super, je recensie, Ward!
BeantwoordenVerwijderenWat ben jij toch veelzijdig. Heb daarnet een knappe affiche gekregen...