maandag 25 mei 2015

In plaats van een roman (een trein)


Mijn geheugen is een zeef, zéker als het gaat om de boeken die ik ooit heb gelezen. Waarover ging dat verhaal ook alweer? Het zou niet de eerste keer zijn dat die uitspraak uit mijn mond komt. Vergeet ik werkelijk alles wat ik lees of kan ik de inhoud van een boek, als het echt moet, terug opvissen? 

Lezen is vergeten

Voor ik aan dit bericht begon, onderwierp ik mezelf aan een test. Ik ging voor mijn boekenkast staan en probeerde me te herinneren waar ik elk boek had gekocht. In de meeste gevallen moest ik het antwoord schuldig blijven. Als je me zou vragen wat de belangrijkste thema's van elk boek waren, zou ik ook daarop geen antwoord kunnen geven. In het beste geval kan ik je vertellen hoe ik me voelde terwijl ik het las. Een plot schijnt niet langer dan 24 uren in mijn brein te blijven plakken. Zo kwam ik onlangs te weten dat Constance Chatterley op het einde van Lady Chatterley's Lover niet helemaal ten onder gaat, of toch niet zo erg als ik me herinnerde.

Mijn vergeetachtigheid is niet nieuw en beperkt zich niet tot mijn ervaringen als lezer. Ik heb een verschrikkelijk geheugen als het om het onthouden van verjaardagen, feestdagen of belangrijke historische feiten gaat. Dat leidt tot vervelende situaties met familieleden, op het werk en op examens. De Guldensporenslag, was dat niet in 1312? Wikipedia zegt: 1302.

Ik droom van een zolder met een groot dakraam, houten balken, witgeverfde muren en een gebeitste plankenvloer. Onder het raam wil ik een oude, cognackleurige chaise longue met daarnaast een laag tafeltje voor een kop koffie, een balpen, een notablok en een goed boek. Een ideale plek om urenlang te lezen. Ik maak mezelf iets wijs. Als die plek al zou bestaan, zou ik er niet aan lezen toekomen, of toch niet urenlang. Thuis lees ik het minst. Thuis is er altijd zoveel (te veel?) te doen. Wie mij al lezend wil betrappen, zoekt me beter op een trein. Een trein is misschien een weinig idyllische leeslocatie, maar dat maakt me weinig uit. Tijdens het lezen draait alles om de wereld die een schrijver oproept, en niet om de plek waar ik zit of sta.

Hoofd ontspoord

Naast mijn aangeboren vergeetachtigheid heb ik ook last van een aangeboren onvermogen om me langdurig op één ding te concentreren. Ook de trein is rijk aan afleiding in de vorm van andere passagiers, treinbegeleiders of het voorbijglijdende landschap. Het grootste afleidingsmanoeuvre zit echter in mijn hoofd. Ik lees een zin of alinea in een boek en vrijwel onmiddellijk komt er in mijn brein een gedachtestroom op gang. Een half uur later besef ik dat ik de hele tijd naar het klaptafeltje of de noodrem heb gestaard. Het boek ligt, enigszins verontwaardigd, opengeslagen op mijn schoot.

Ik heb ook de gewoonte om meerdere boeken mee te nemen. Meestal een roman, een essay en een dichtbundel, aangevuld met gevonden kranten of magazines. Als ik mijn aandacht niet bij een tekst kan houden, dan neem ik wat anders uit mijn rugzak. Ik lees een boek zoals ik op het internet surf. Als iets me verveelt, switch ik naar een andere papieren of digitale pagina.

Ik zou ergens anders kunnen lezen en ik zou een aandachtiger mens kunnen worden, maar uiteindelijk blijft alles bij het oude. Mijn leesattitudes zijn weinig bevorderlijk voor een coherente leeservaring of een coherent verhaal over die ervaring. Mijn boeken en ik zijn mobiel. Als je wilt weten waar ik een verhaal las, dan moet ik je alle haltes opnoemen waar mijn trein is gestopt, en vooral ook alle akkers, gehuchten en industrieterreinen waar ik ben doorgereden.

Een lezer in beeld

Iemand die zich in een mensenmassa in een boek verdiept is een dankbaar onderwerp voor fotografen. De lezer fixeert zijn ogen op het blad. Voor en achter zich drummen mensen, maar daarvan is hij zich amper bewust. Wat telt is het verhaal. Het fysieke lichaam lost langzaam op en komt onstoffelijk tussen de regels van het boek weer tevoorschijn.

Laat me even terugkeren naar de zolderkamer van mijn dromen. Stel je voor dat ik daar een camera neerzet en mezelf een uur lang film terwijl ik een boek lees. Saai, hoor ik je denken. Op het eerste gezicht wel. Toch is een lezer minder statisch dan je zou denken. Ik zou meer doen dan ademen en bladeren. Afhankelijk van het boek zouden mijn schouders gespannen of ontspannen zijn. Lezen doe ik ook nooit met een uitgestreken gezicht. De spieren van mijn gelaat zijn voortdurend in beweging. Soms betrap ik mezelf erop dat er tijdens het lezen een brede glimlach op mijn lippen ligt.

Zoals het eigenlijk heurt 

Een van mijn mooiste leeservaringen beleefde ik in een tuinhuis uit de achttiende eeuw. Tegenwoordig denkt iedereen bij het woord tuinhuis aan een gammel schuurtje waarin harken, bloembollen en grasmaaiers dutten als ze niet van dienst zijn. Drie eeuwen geleden werd het woord echter in een letterlijke betekenis gebruikt: een tuinhuis was een huis in de tuin. Het gold als een bijhuis van de woning, maar het lag dieper in de tuin. Tijdens de lente- en zomermaanden vertoefden de bewoners in het tuinhuis om de tuin vanuit een ideaal gezichtspunt te bewonderen.

Dezer dagen is het tuinhuis een b&b. Een idylle, alleen kon ik er de slaap niet vatten. Ik had te veel gegeten of te laat op de avond koffie gedronken (of allebei). Iets na middernacht kwam ik uit bed. Ik ging naar de benedenverdieping en zette me in een armstoel neer. De nacht had de hoge ramen in zwarte rechthoeken veranderd. Af en toe liet de wind een tak tegen een venster tikken. Op de tafel lag Stoner van John Williams. Ik zette een pot thee en las. Omstreeks twee uur was de thee koud geworden en klapte ik het boek dicht. Mijn ogen waren zwaar van de slaap. Ik had er niet aan toe willen geven voor ik de laatste zin had gelezen. Ik keerde terug naar mijn bed en sliep tot ik door het ochtendlicht werd gewekt. Door het raam zag ik de lucht door de kruisroeden verdeeld in lichtblauwe vierkanten. Het zou een prachtige dag worden.

Lezen omdat we niet vergeten 

Waarom dan nog lezen als ik naderhand niet meer weet waar ik het boek kocht of las, als ik vergeet waarover het gaat? We worden er slimmer van, zegt de wetenschap. Voor het plezier, zeg ik. Omdat we niet vergeten, wil ik daaraan toevoegen. Een gezicht, een uitspraak, een naam, een jas, een bloem, een kat, etc; alles kan een trigger voor mijn geheugen zijn. Plots herinner ik me dan een boek dat ik jaren geleden las. Als ik de eerste pagina's van de desbetreffende roman herlees, komt de rest van het verhaal er als een vloedgolf achteraan. Ik dacht dat ik het was vergeten, maar het zit nog steeds allemaal ergens in een laatje in mijn geheugen. Ik heb alleen die trigger nodig om het sleuteltje te vinden.

Waarom zou ik me zorgen maken over herinneringen die enkel van zich laten horen wanneer ze ertoe doen? Leeservaringen lijken eerder op cadeautjes dan kwelgeesten. Ze pakken zichzelf regelmatig opnieuw in en bieden zich op een later moment als nieuw bij me aan. En wat nog leuker is: hun gulheid beperkt zich niet tot mijn verjaardag of kerst. Ik lees en vergeet, herlees en herinner, en vergeet weer. Daar kan ik, alles in beschouwing genomen, best mee leven.

ps: Lees ook de blogs van Bibliofilos en Boekenliefhebber. Zij inspireerden me voor het schrijven van dit bericht.

Lees ook:
Geen tuin
Veel tuinen
Een bibliotheek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten