In 2017 bestaat Monocle exact
tien jaar. Sinds de begindagen scoort het magazine met artikels over business en
lifestyle. Doorheen de jaren groeide het uit tot een merk. Monocle opende winkels
en koffiebars, gaf boeken en gelegenheidspublicaties uit, organiseerde conferenties
over levenskwaliteit en gooide radiostations in de ether. En dan heb ik het nog
niet gehad over Tyler Brûlé, de excentrieke hoofdredacteur.
Het polshorloge van de
Monocle-man
De
eerste indruk van Monocle is er knal op: het septembernummer heeft een knappe,
glimmende cover en binnenin dikke, zachtwitte pagina’s. Het ligt lekker in de
hand en het ziet er goed uit. Desalniettemin vraag ik me af: is Monocle iets
voor mij? De eerste pagina’s, met reclame voor dure polshorloges, doen me denken
van niet. Ik heb in mijn 34-jarige leven ooit één keer een polshorloge gekocht.
Een lastig ding aan mijn arm, vond ik toen. Na ettelijke jaren in een lade op mijn
slaapkamer belandde het in een doos voor de kringwinkel.
De
look van hoofdredacteur Tyler Brûlé en de reclame in Monocle bevestigen mijn
eerste indruk: ik behoor niet tot de doelgroep van het magazine. De Monocle-man
heeft niet alleen een voorliefde voor polshorloges, hij is ook casual chic
gekleed, draagt een stoppelbaard en neemt meermaals per week het vliegtuig voor
zijn job. Ik heb geen polshorloge, draag kleren met gaten, ben meestal gladgeschoren
en neem de trein naar het werk.
Reclame voor polshorloges van Louis Vuitton |
Een blik op de wereld
Monocle
houdt de ogen en de oren open voor wat er in de wereld gebeurt. Die missie
maakt het magazine helemaal waar. De artikels en interviews worden door
verschillende journalisten geschreven, verspreid over de hele wereld. De
redactie bewaart een goed evenwicht tussen stukken over grote en kleine
bedrijven en laat mannen en vrouwen in gelijke mate aan het woord.
In
het septembernummer lees ik artikels over een groep designers in Indonesië,
over de fabrikant van neonletters op de gebouwen aan de waterkant in Zwitserland
en over de strijd van de oppositie in Venezuela. Het nummer bevat ook
interviews met Adam Bodnar, Commissaris van Mensenrechten in Polen, met Nancy
Pelosi, de fractieleidster van de Democraten in Amerika en met Håkan
Samuelsson, de topman van Volvo in Zweden.
Artikel over Force Promotion, fabrikant van neonletters |
De kunst van het falen
Monocle
behandelt een gevarieerde en verrassende waaier aan onderwerpen, met een
voorliefde voor succesverhalen. Wie een uurtje in het magazine bladert, krijgt
zin om een eigen bedrijf op te zetten. Monocle weet lezers te inspireren, maar
af en toe mis ik een tegengewicht bij dat ongebreidelde optimisme en geloof in
eigen kunnen.
Hoe
zit het met falen? Dat onderwerp duikt slechts één keer in het septembernummer
op, in een artikel over het Centro Directionale di Napoli. Het Centro moest een
bruisend zakendistrict in Napels worden. Helaas, het project flopte. De skyline
van glas herbergt vooral lege en verlaten kantoorgebouwen. Wat doe je met een
project dat te duur is om neer te gooien en te groot om planten over te laten
groeien? Winst is voorlopig geen doel. Nieuwe mensen en ideeën dienen zich nu
aan om het Centro nieuw leven in te blazen. En dan wordt het pas echt
interessant.
Artikel over het Centro Directionale di Napoli |
Cocktails in Lima
Monocle
is op z’n best als het de lezer inspireert met verrassende en onderbelichte
onderwerpen. En daar slaagt het magazine regelmatig in. De thema’s zijn erg
uiteenlopend. Desalniettemin ervaar ik Monocle als een geheel omdat de missie –
de blik op de wereld – in elk stuk duidelijk naar voren komt. De aantrekkelijke
en overzichtelijke lay-out zorgt voor een herkenbare structuur en een gelikte
look, en dat laatste is meteen ook de grootste zwakte van het blad. Als lezer
voel je dat Monocle ontzettend hard probeert een bepaald imago neer te zetten
en een bepaalde levensstijl voor te schrijven.
Monocle
adviseert niet alleen hoe ik mijn zaken het beste aanpak, maar ook hoe ik me
moet kleden, naar welke muziek ik moet luisteren, welke boeken ik moet kopen en
welke bars ik wereldwijd moet frequenteren. Laat ik eerlijk zijn met mezelf: de
kans dat ik ooit een daiquiri zal drinken in Barra 55, de favoriete cocktailbar
van de Monocle-redactie in Lima, is bijzonder klein. Het zal wel aan mij liggen
en aan mijn chronisch gebrek aan ambitie en polshorloges.
Foto van het kantoor van modeontwerper Dries Van Noten |
De waan van de dag
Monocle
kan me vaak bekoren en inspireren. Wie kan er tegen artikels zijn over
vakmanschap en goed gemaakte, tijdloze producten? Daarenboven apprecieer ik een
tijdschrift dat gelooft in print én kritisch naar de sociale media durft te
kijken. Monocle verkoopt van elk nummer 81 000 gedrukte exemplaren en heeft een
betaalmuur op de site. Het magazine heeft geen Facebook- of Twitterprofiel.
Het
afzweren van sociale media past perfect bij het imago van de Monocle-man. Hij
leest een Monocle op papier omdat het een statussymbool is. Op een iPad ziet immers
niemand welk tijdschrift hij in handen heeft. Hij heeft geen Facebookaccount omdat
hij boven de waan van de dag wil staan. Is dat wat Monocle werkelijk wil of is
het slechts een pose? Een beetje van de twee, laat het me daarop houden. Je
maakt me niet wijs dat Tyler Brûlé niet weet hoe vaak Monocle op de sociale
media wordt genoemd.
Titel
– Monocle
Uitgeverij
– Wikontent
Limited
Genre
– Lifestyle
Taal
– Engels
Frequentie
– 10 keer/jaar
Pagina's
– 210
Prijs
– 11 euro
Geen opmerkingen:
Een reactie posten