Nog voordat het eerste jaar om was, stopte ik met mijn opleiding aan de Kunstacademie. Ik ging er nog wel regelmatig naartoe om er model te zitten tijdens de modeltekenlessen van Loukie von Freyburg. In een van de lessen liet ze me op een matras onder een donsdeken liggen. Ik hoefde alleen maar te zorgen dat mijn neus zichtbaar bleef. 'Welke plooien in de deken teken je?' vroeg ze aan de studenten. 'Welke plooien heb je nodig om het lichaam dat eronder ligt te suggereren? Welke kun je weglaten?' Ik wist, met mijn ogen dicht en mijn neus zichtbaar, dat ik zojuist iets had gehoord wat ik nooit meer ging vergeten. Een combinatie van precies zijn en weglaten. Daar ging het om.
Fragment uit Voor altijd voor het laatst van Tjitske Jansen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten