Vlucht 1
Ik ben
niet tuk op vliegen. Als het kan, verplaats ik me liever te voet of met een
trein. Ik krijg het op mijn zenuwen van het gedoe vóór en na een vlucht. Wat
niet wil zeggen dat ik het vliegen zelf geweldig vind. Ik ken de verhalen van
mensen die niets liever willen dan een paar vleugels. In hun dromen glijden ze
als een arend door de lucht*. Dat verlangen
is me totaal vreemd.
Als ik naar een
vogel kijk, stel ik me nooit vragen bij zijn vliegkunsten. Wie ooit een slagpen
van dichtbij heeft gezien, kan zich voorstellen dat de combinatie van veren en
wind ervoor zorgt dat een vogel los van de grond kan komen. Toon me de vleugels
en de motoren van een Boeing en ik word geen spatje lichtheid gewaar. Hoe is
het mogelijk dat zo’n log ding in de lucht raakt, laat staan daar blijft
hangen? Ben ik de enige die verwacht (hoopt?) dat net voor het opstijgen het
hele circus wordt afgeblazen? Waarop de piloot door de intercom zegt: ‘Het was maar een
grapje. Dacht u werkelijk dat we naar boven gingen?’
* Mensen die vliegen in een droom willen vrij zijn van
moeilijkheden, zegt Carl Jung. Volgens Sigmund Freud gaat de vliegdroom over
een onderdrukt verlangen naar seks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten