Serendipiteit
Ongepland een boekhandel binnenstappen. Het overkwam me enkele weken geleden. Na een lunch met vrienden in de stad besluit ik niet meteen de trein naar huis te nemen. Ik word nergens meer verwacht en heb tijd om tijd te verliezen. Ik loop Boekarest Leuven binnen en wil daar rondhangen tot de boekenruggen- en covers me gaan vervelen. Ik pak enkele romans van de plank, blader erin, lees een fragment en leg het boek terug; ik kom tot rust. Soms is het me meer te doen om de handeling - het lukraak kiezen en openslaan van boeken - dan om de zinnen waar mijn oog op valt. Meestal ben ik de woorden toch zo vergeten. Al bestaan er op die regel gelukkig uitzonderingen.
We all have to start somewhere.Als het even meezit, houden ook de daaropvolgende zinnen mijn aandacht vast.
For me, that somewhere was a dark room, lined from floor to ceiling with books, rows and rows of books sorted by author, books from every conceivable era of the twentieth century, their covers bearing the design hallmarks of the moments in which they'd been released into the world - the whimsical line drawings of the 1920's, the dour mustards and maroons of the late 1950's, the gauzy watercolor portraits of the 1970's - books that defined my days and the days of others who worked within this dark warren of offices.En dan sta ik, een vijftal minuten later, met dat boek aan de kassa. Wat is er mooier dan iets vinden waar ik niet naar zocht? Een onverwacht cadeau, zelfs al moet ik ervoor betalen. Die bewuste dag stond ik met My Salinger Year aan de kassa, een non-fictie boek van Joanna Rakoff.
My Salinger Year
Rakoff schrijft over haar eerste werkervaring in een literair agentschap in New York City. In Amerika is het, in tegenstelling tot België, niet de gewoonte dat een auteur zijn manuscript rechtstreeks aan een uitgeverij bezorgt. Hij moet zich door een agentschap laten vertegenwoordigen dat in zijn naam een voet tussen de deur van een uitgeverij probeert te krijgen. Het agentschap waarvoor Rakoff werkt, verdedigt onder andere de rechten van J.D. Salinger, een monument uit de Amerikaanse literatuur.
Maar, wat moet ik met een boek over Salinger? Mijn kennis van zijn werk beperkt zich tot Nine Stories, een bundeling kortverhalen die ik ooit voor een zacht prijsje bij De Slegte kocht. Van mijn leeservaring herinner ik me weinig, behalve één titel: A Perfect Day for Bananafish. Bananenvis? Van zo'n woord slaat mijn verbeelding op hol. In een net dat uit de zee wordt gehaald, spartelen slanke, gelige vissen. Iemand snijdt ze open, trekt de ingewanden uit hun buik en legt de holle vissenlijven op een barbecue. De rook en de hitte doen luipaardvlekken op de schubben verschijnen.
Mijn gebrek aan kennis vormde gelukkig geen barrière om van My Salinger Year te genieten. Bij aanvang van het boek blijkt dat Rakoff evenmin vertrouwd is met zijn werk, en dat in tegenstelling tot veel van haar leeftijdgenoten. Zij dweepten tijdens hun puberteit met Holden Caulfield, het cynische hoofdpersonage uit The Catcher in the Rye. Rakoffs leestraject liep via andere boeken en schrijvers, niet uit afkeer voor Salinger, maar gewoon: omdat het er niet van kwam hem te lezen. Een lezer heeft soms geen origineler excuus te geef. Een gevoel dat ik zelf ook herken. Zo staat Ulysses van James Joyce, nog zo'n literair monument, al jaren onaangeroerd in mijn kast. Het staat daar fijn. Ik kijk graag naar de dikke, blauwe rug. Waarom ik het nog niet heb gelezen? Daarom.
Een trance
In het agentschap wil Rakoff graag aan de slag als lezeres van manuscripten. Ze wil er de beste uit selecteren om ze vervolgens aan uitgeverijen en magazines te verkopen. Al snel blijkt haar baan een glamourjob. De werkplek levert haar veel oeh's en aah's op van haar vrienden, maar betaalt slecht. Met haar inkomen loopt ze niet ver in een stad als New York City waar zelfs een broodje een been uit haar lijf kost. Manuscripten lezen behoort niet eens tot haar takenpakket. Ze is de secretaresse van het hoofd van het agentschap - een soort van Anna Wintour van de literaire wereld - die van haar onder andere verwacht dat ze de fanmail voor Salinger beantwoordt.
Naarmate het boek vordert, draait Rakoff in steeds kleinere cirkels rond Salinger. Ze ziet zijn werk alle dagen in de kasten van het agentschap staan en raakt op een feestje over hem aan de praat met twee redacteurs van The New Yorker. De etalage van een antiquariaat trekt haar aandacht met een zeldzame druk van The Catcher in the Rye. Ze krijgt de auteur zelfs een aantal keren aan de lijn alvorens hem met haar bazin door te schakelen. Toch zijn het vooral de ervaringen van zijn fans, zijn lezers die haar over de streep trekken. Ook voor haar blijkt de Salinger-roes uiteindelijk onafwendbaar: op één weekend tijd leest ze als een bezetene zijn hele oeuvre. Haar lief, ene Don van wie ze vermoedt dat hij haar met andere vrouwen bedriegt, viert op dat moment op een strand het huwelijk van een vriend - zonder haar. Wanneer Don terug thuis komt, ontwaakt ze uit een Salinger-trance, een trance die elke lezer herkent die zich helemaal door een verhaal geabsorbeerd weet:
When I spoke, my voice was hoarse, as if I'd just woken up. I'd barely uttered a word all weekend, except to order my eggs and coffee. (...) A curious blankness, an apathy, had settled over me. I watched the sky darken, preparing for rain. I had, in Don's absence, rather forgotten about him. I had not wondered what he was doing at the wedding, at the beach, if he was thrilled to be able to stare at the various young women in attendance without the fear of my censure, if he had woken this morning with some blonde by his side. I had not really thought about him at all.Misschien is dit wel mijn favoriete fragment uit het boek ... Een lezer die enthousiast over een leeservaring vertelt doet me goesting in boeken krijgen.
Goed oud
Als fervente lezeres is Rakoff verbaasd wanneer ze vaststelt dat het agentschap niet alleen de literaire waarde van een manuscript beoordeelt. Een boek moet ook (en vooral) geld in het laatje brengen. Haar ietwat naïeve instelling lijkt op die van Diana Athill. Het verschil tussen beide schrijfsters lijkt groot. In My Salinger Year volgen we het eerste werkjaar van de 24-jarige Rakoff; Athill publiceert het gros van haar oeuvre na haar 80e. Rakoff is in dienst van een agentschap; Athill werkt tot haar 75e als redactrice bij Andre Deutsch Ltd. Lezen werkt als een spiegel voor Rakoff, ze leert er zichzelf beter door kennen; Athill beschouwt boeken als goed gezelschap om vakantie van zichzelf te nemen. Er is echter meer dat hen bindt dan scheidt. Zo geeft ook Athill weinig om geld of winst, zowel op professioneel als persoonlijk vlak. En net als bij Rakoff is ook haar leestraject grillig, onvoorspelbaar, toevallig. In haar boek Goed oud (originele titel: Somewhere towards the end) zegt ze daarover:
En Gertrude Bell - waarom had ik nooit iets van of over haar willen lezen, ondanks mijn liefde voor Freya Stark en de simpele aanname dat T.E. Lawrence het waard was gelezen te worden ook al vond ik er weinig aan? Ik geloof dat de beschamende reden simpelweg in haar naam gelegen is. Gertrude: die twee lettergrepen, die lelijk op me overkomen, hebben altijd het beeld van een sombere, slonzige en onaangename vrouw opgeroepen, en ik weet zeker dat ik Georgina Howells biografie over Bell nooit had opgepakt als de Literary Review me niet gevraagd had om haar te bespreken - en daar was opeens die werkelijk bijzondere vrouw, die we volgden, diep in een van de interessantste regionen ter wereld tijdens een huiveringwekkende periode uit de moderne geschiedenis.Verplichte literatuur kan een geweldig cadeau zijn. Een lezer moet af en toe een duw krijgen in de richting van een boek dat hij nooit vrijwillig zou inkijken. De oorsprong van een afwijzing is, zoals Athill zegt, soms te flauw voor woorden. Het oog wil ook wat, en dan helpt een afzichtelijke cover, een foute titel of een lelijke naam niet. Desondanks geloof ik dat een lezer op het juiste moment in de armen van een boek wordt gedreven. Dan lees, zie en hoor ik plots de naam van een specifieke auteur herhaaldelijk en nadrukkelijk, zelfs al is zijn werk voordien al jaren of eeuwen vlot beschikbaar in boekhandels en bibliotheken. Iets - een artikel, een interview, een enthousiaste lezer, een ervaring - heft mijn blindheid op, ontwikkelt mijn sensibiliteit voor een naam, een oeuvre.
Het tegenovergestelde, een boek te snel in huis halen, is me ook al meer dan eens overkomen. In sommige romans of dichtbundels ben ik al verschillende keren begonnen, om na enkele pagina's te denken: nee, nu nog niet. Ik ben ervan overtuigd dat ik ze op een dag in één ruk zal uitlezen. Daarvoor zal er iets - zie eerder - moeten gebeuren. Meer is er niet nodig voor een vonk.
Een lezer
Soms heb ik geen zin in een boek dat mijn wereld door elkaar schudt. Soms wil ik enkel mijn hoop of vermoedens bevestigd zien. Ik doel hiermee niet op publicaties die me naar de mond praten, eerder het tegenovergestelde. Van een goed boek verwacht ik altijd dat het mijn blik op de wereld verruimt of verdiept. Sommige auteurs slagen erin om aan uiterst gerafinneerde gewaarwordingen woorden te geven. Ze beschrijven een herkenbaar gevoel en doen dat op zo'n manier dat een lezer denkt: ja, zo is het werkelijk, alleen was het me tot nu toe niet gelukt om er zelf de juiste woorden voor te vinden.
Het stelt me gerust te weten dat er Rakoffs en Athills achter de schermen van agentschappen en uitgeverijen werken. Ze nuanceren allebei het beeld van een sector die vaak wordt afgeschilderd als een op geld beluste wolf die niets om literatuur geeft. Alleen al het feit dat ze in het boekenvak circuleren, bewijst dat de realiteit genuanceerder is. Anders waren My Salinger Year en Goed oud nooit geschreven én uitgegeven.
Joanna Rakoff en Diana Athill dragen zorg voor de lezer, omdat ze in de eerste plaats zelf hartstochtelijke lezeressen zijn. Hun neuzen zoeken manuscripten die de moeite waard zijn om een plek in onze persoonlijke en openbare bibliotheken te verwerven. Omdat een boekenkast is als een radiator. Omdat een wand met boeken gloeit.
Lees ook:
Ward Mertens over lezen
Ward Mertens over Diana Athill
Als het je eens uitkomt, breng dan eens enkele extra- Athill- boekjes mee naar Halle. Heb zonet Goud Oud voor een tweede maal gelezen. Wat een nuchtere en toch warme vrouw!
BeantwoordenVerwijderenIk heb enkel nog In plaats van een brief (al gelezen?) en Stet (net in Londen gekocht, nog niet gelezen).
Verwijderen