woensdag 28 oktober 2015

Af en toe een fragment - Nicole Montagne

Soms zou ik mij aan de hoogste lantaarnpaal, aan de spijlen van mijn bed, aan een hek diep verankerd in de grond, soms zou ik mij aan dit alles stevig vast willen klampen om het nooit meer los te laten. Niets los te laten, niets zomaar te laten gaan, mij vast te klemmen aan het concrete en massieve, dat zo bestendig is. Maar ik weet dat dit onzin is. Dat ik het met de ijle dampen van het vervlogene moet doen, met de roerloze resten en flarden van beelden, en ondanks alles weet ik dat dit goed is, omdat juist zij zich losmaken van de grond en onafgebroken voortgaan. Daarom zal ik mij blijvend tot hen richten, tot alles wat los en licht is, en mij hoeden voor het concrete en massieve, dat onveranderbaar is. Misschien dat daarom het ijle zo mooi is en misschien dat daarom het ijle zo triest is, misschien dat daarom vrijheid, vanwege haar in wezen vergankelijke staat, ook een zweem van droefheid heeft.

Fragment uit het essay Watersnood van Nicole Montagne.

3 opmerkingen:

  1. Nicole is Ward. Ward is Nicole. Nicole is Nicole. Ward is Nicole is Nicole. Alles wat los en licht is, het ijle zo mooi, het ijle zo licht. Wij zijn vrij, ijle dampen van het vervlogene...

    BeantwoordenVerwijderen