zondag 6 april 2014

Verwantschap (deel 3) - over Diana Athill, Herta Müller en Valeria Luiselli

Deel 1 en 2 kun je hier en hier lezen.

Diana Athill, geboren in 1917, schreef met In plaats van een brief een boek over haar eerste grote liefde Tony Irvine, een piloot bij de Britse luchtmacht. Ze verloofden zich, maar hij zou haar verlaten en in het buitenland met een andere vrouw trouwen. Aanvankelijk besefte ze niet dat hun huwelijk nooit zou plaatsvinden. Ze schreef hem in de hoop reactie te ontvangen. Helaas, haar Tony antwoordde zelden. 

In plaats van een brief is meer dan alleen een verhaal over een verloren liefde. Athill gebruikt haar relatie met Irvine als een kapstok voor haar memoires. In Goed oud uit 2008 past ze eenzelfde techniek toe. In dat boek loopt de beleving van haar ouderdom als rode draad door de hoofdstukken.  

In een stijl om van te snoepen raakt Athill in beide boeken allerlei onderwerpen aan zoals lezen, schrijven, familie, tuinieren, oorlog of seksualiteit. Je hoort haar de lange, zwierige zinnen uitspreken met in haar ene hand een stok en in de andere een waaier. Ze schuwt de zelfkritiek nooit en serveert haar met flink wat humor. In In plaats van een brief schrijft ze:

Ik ging in 1936 naar Oxford en werd daar geen lid van de communistisch partij. Ik kan niet beweren dat doordachte kritiek op de marxistische theorie me weerhield, en ook niet dat ik intuïtief vooruitziender was dan veel van mijn tijdgenoten: het kwam gewoon doordat ik te lui was. 

Luiheid, een zonde waaraan Athill zich meer dan eens schuldig maakt. Ze houdt ervan om lang in bed te liggen. Moet ze iets doen waar ze tegenop ziet? Dan haakt ze bij de minste weerstand af. Het schrijven bleek een medicijn voor haar luiheid. Ondanks het feit dat ze meer dan vijftig jaar als redactrice voor André Deutsch werkte, ontdekte ze haar eigen talent pas op latere leeftijd. Acht van haar tien publicaties verschenen na haar vijfenzestigste verjaardag.

Athills boeken baden in een Britse sfeer. Haar woorden nemen je mee naar haar flat in Londen of het platteland waar ze haar jeugd doorbracht. Heel anders is de sfeer in het werk van Herta Müller. Geboren in 1953 in het Roemeense Nitchidorf, groeide ze op onder de dictatuur van Nicolae Ceausescu. Terwijl Athill vertelt over de geur van verse bloemen, schrijft Müller over vraatzuchtige akkers. De laatste weken ben ik in de ban van haar essaybundel De koning buigt, de koning moordt. Hierin wordt duidelijk dat hele fragmenten in haar romans uit het leven zijn gegrepen. 

Müller werkte als vertaalster in een machinefabriek, maar werd aan de deur gezet omdat ze weigerde met de Securitate samen te werken. Het regime was allesbehalve met haar publicaties opgezet. Ze werd afgeluisterd en onderging ellenlange ondervragingen. Pas in 1987 kreeg ze toelating om naar West-Duitsland te emigreren. 

Het lijdt geen twijfel dat Müller ingrijpend door de dictatuur werd beïnvloed. Toch is het kortzichtig om de voedingsbodem van haar schrijverij te herleiden tot een reactie op Ceausescu. In het essay Als we zwijgen worden we vervelend, als we praten worden we belachelijk vertelt ze over het verschil tussen het leven in Nitchidorf en Timisoara, de stad waar ze haar universitaire studies voltooide. Müller zegt: 

Tegen het asfalt breng je het praten in, tegen de akker de zware traagheid van je botten, onbeschut rek je de tijd, in de wetenschap dat de grond vraatzuchtig is laat je je tong stil in je mond liggen en laat je de grond wachten. Maar op het asfalt word je lichter, waar aan één stuk door gepraat wordt zit de dood niet onder maar achter het leven. 

De mens op het platteland zwijgt. Hoe minder hij spreekt, des te sterker is zijn aanwezigheid. Het zwijgen herbergt niet alleen onuitgesproken woorden, maar ook alles wat niet in woorden kan worden uitgedrukt. De mond van Müllers vrienden uit de stad staat nooit stil. De stadsmens schept al pratend een tweede versie van zichzelf om over zichzelf te kunnen reflecteren. Een frustrerende bezigheid want je mond heeft één handicap: je kunt pas aan een nieuw woord beginnen wanneer je het vorige hebt uitgesproken. 

Toch hoef je geen oorlog of dictatuur mee te maken om waardevol proza te schrijven. Getuige daarvan is de essaybundel Valse papieren van de Mexicaanse Valeria Luiselli. Dertig jaar oud is ze, maar haar teksten zijn even rijp als de pennenvruchten van Athill en Müller. Of het nu gaat om een witregel in een tekst of een onbebouwd stuk grond in een stad, Luiselli koestert elke leegte. Leegte is voor haar even tastbaar als vlees.

Ze opent haar zintuigen voor het leven, dwaalt en slentert, wandelt, fietst, rijdt en vliegt de wereld rond en komt uiteindelijk altijd weer bij zichzelf terecht. Haar omgeving is een spiegel. In het essay Speculaties op de woningmarkt: andere kamers schrijft ze: 

Ook wanneer het duister wordt functioneren de vensters niet als ramen. 's Nachts, wanneer ik het licht aandoe in mijn huis, weerspiegelen ze het interieur van het appartement in plaats van de buitenwereld te tonen. (...) zodra ik de lichten van mijn huis uitdoe begint de stomme film van mijn buren. Ik bespioneer ze al enkele dagen: zolang zij hun lichten aan hebben en ik de mijne uit, zien zij alleen maar hun weerspiegeling en merken ze niet dat ik hen kan zien.

Ze spreekt niet alleen over slenteren, haar essays bewegen zich ook al slenterend over het papier. Soms zoomt ze in op zichzelf, dan weer wordt ze een stip in haar eigen verhaal. 

De computers (...) zijn de grote moderne vijand van het voyeurisme. Vanaf het moment dat deze apparaten op onze bureaus werden geplaatst begon een onomkeerbaar proces van degeneratieve aard, en werd de mogelijkheid geschrapt dat mensen iets interessants deden voor het oog van de glurende buur. Sinds de intrede van Facebook is het ondenkbaar dat iemand in zijn woonkamer een misdaad begaat of een goede (oké: een mooie, smakelijke) affaire begint. Er bestaan geen indiscrete vensters meer die uitkijken op andermans leven, want alles speelt zich af in de kleinere, bedachtzame en hermetische windowtjes op het beeldscherm van onze computer. 

Diana Athill, Herta Müller en Valeria Luiselli mogen dan wel qua leeftijd ontzettend verschillen, ze delen ook iets essentieel met elkaar: elke tekst die ze schrijven, vertrekt vanuit hun eigen ervaring, zonder daarbij hun ego's, lichamen, gedachtenkronkels of meningen aan de lezer op te dringen.

De wijze waarop ze hun verhaal vertellen, tilt de individuele ervaring naar een universeel niveau. Al schrijvende geven ze hun gedachten vorm. In de eerste regels lijken ze zelf nog niet te weten waar hun verhaal of essay zal landen. Hun teksten zijn dialogen. Tekst, auteur en lezer beïnvloeden elkaar. De conclusie ligt nooit op voorhand vast.

Lees ook over mijn verwantschap met:
Joanne Harris, Erwin Mortier en Annelies Verbeke
Alessandro Baricco
Jón Kalman Stefánsson
Virginia Woolf
Vincent Van Gogh

2 opmerkingen:

  1. Ontdek nu plots deze tekst. Fantastisch, Ward! Oh, als ik klaar ben met Flipper van Murakami ga ik weer nieuwe boeken ontdekken...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het leuke aan een blog is dat oudere berichten nooit versleten zijn =D

      Verwijderen